Verhagen Import



Buiten is het de eerste zondag van november. Helder en koud, en in de binnenstad raast de koopwoede. Hier in West staan de kale bomen roerloos in de zon. Het slaapkamerraam staat op een kier. Oswald en Marie hebben zojuist genoten van de afwezigheid van hun puberzoons.
     ‘Dus jij denkt dat het raak is?’ zegt Oswald zacht terwijl hij recht omhoog staart.
     ‘Ja, ik voel het,’ fluistert Marie, ‘Maak je je nog steeds zorgen, Os? Maar we hebben er toch voor gespaard? Geniet er gewoon nog één keer van zo’n wurm te zien opgroeien. Misschien wordt het wel een meisje…’
     Oswald bestudeert het plafond. ‘Dat spaargeld,’ zegt hij, ‘daar moeten we het even over hebben.’
     ‘Hoezo? Het staat toch goed op de bank? We zijn  er toch helemaal klaar voor?’
     ‘Ja, schat, alles is in orde. Maar weet je nog wat ik vertelde over Raymond van Dieren, die grote klant van me?’
     ‘Ja,’ zegt Marie, en haar stem verdrijft de zondagochtend uit de slaapkamer, ‘En jij weet ook vast nog wel dat ik zei dat ik niks meer over die man wil horen. En dat je, als je hogerop wilt, Tersteeg maar eens moet vragen naar promotie. Ik ga nu niets anders zeggen.’
     Oswald kijkt haar zwijgend aan. Marie haalt haar schouders op en trekt de dekens over zich heen. Oswalds gedachten dwalen terug naar drie maanden geleden. Hoe hij zich had zitten vervelen achter die plastic palm en dito papegaai in het reisbureau. Moes, van het belhuis ernaast, had zijn dagelijkse groet naar binnen geroepen en verder gebeurde er niets. Tot Raymond arriveerde met een kartonnen doos onder zijn arm.
     ‘Wakker worden Oswald!’ had die geroepen. ‘Doe mij even een ticket Bangkok voor donderdag.’
     Hij was aan de slag gegaan. Raymond had hem op de vingers gekeken.
     ‘Heb jij altijd al reisbureauklerk willen worden?’ had hij opeens gevraagd.
     Reisbureauklerk, dat woord was Oswald helemaal niet bevallen. Hij had Raymond willen zeggen dat hij geen klerk was, maar travelmanager en ook nog aanstaand partner in de vennootschap. Maar Raymond had hem geen kans gegeven. ‘Ik ga een handeltje opzetten,’ had die gezegd, ‘In Thaise cadeauartikelen. Gouden business, joh. En ik zoek een partner. Ik vroeg me af of dat niks voor jou is?’
     ‘En wat is die handel precies?’ had Oswald gevraagd. Hij was natuurlijk niet gek. Tot zijn verbazing had Raymond zijn doos geopend en die bleek gevuld met kaarsen, zeepjes, badzout en meer van dat spul. Raymond had een geurige roze kaars met paarse vlekken gepakt.
     ‘Wat denk je dat zoiets hier doet?’
     Net toen Oswald er een slag naar had willen slaan, barstte Raymond los.
     ‘Vijf euro! Vijf hele euro’s! Je wilt niet weten hoe vaak dat over de kop gaat! Ik koop die dingen in voor niks, voor nada, nop!’ Hij had becijferd dat Oswald met een bescheiden eerste zending al zevenenhalfduizend euro kon verdienen, met een inleg van nog niet de helft.
     De handel van Raymond was door Oswalds hoofd blijven spoken. Als hij maar de helft vooruit hoefde te betalen, zou hij er zo in kunnen stappen met het spaargeld. Het leek een geweldige kans. Geen risico whatsoever, had Raymond gezegd.

Marie slaat met haar vlakke hand op de dekens. ‘Ik zie gewoon dat je weer aan een plannetje zit te denken. Maar ik blijf er bij: geen gerommel met onze spaarcenten. Dat is voor het kindje dat in mijn buik zit. Wat houdt je tegen om met Tersteeg te praten?'
     ‘Ik hèb met hem gepraat,’ antwoordt Oswald. ‘Meteen de volgende dag!’
     ‘Wat? En dat zeg je nu pas? Wat zei hij?’
     ‘Toen hij langskwam op zijn wekelijkse controle vroeg ik hem op de man af hoe het eigenlijk gesteld was met de opslag die me was beloofd. Hij schoot in de lach. Ontkende glashard dat er een belofte was. Hij zei dat het moeilijke tijden waren en dat ik het voorlopig maar uit m’n hoofd moest zetten. Dat ik blij moest zijn dat ik m’n baan nog had. Ik wist niet hoe ik moest reageren en mompelde uiteindelijk maar iets slaps, dat het oké was ofzo. Toen hij vertrok gaf hij de papegaai een jovialere tik tegen zijn staart dan anders. Het ding ketste bijna tegen het plafond.’
     Marie komt overeind. ‘Dus geen opslag?’ Haar stem beeft.
     ‘Voorlopig dus niet, nee. Dankzij die arrogante vetzak.’ Oswald kijkt Marie fel aan. ‘Je begrijpt dus dat een beetje extra geld welkom is. Ik weet hoe graag jij een baby wilt en met alleen wat spaarcenten redden we dat niet.’
     Marie zakt terug in de kussens. Oswald voelt dat de tijd nu rijp is.

     ‘Dus ik heb Raymond gebeld,’ zegt hij. ‘Mijn voorstel om slechts de helft vooruit te betalen accepteerde hij, mits ik de andere vijftig procent binnen twee weken na levering zou voldoen. Dat leek me haalbaar, ik hoopte de spullen tegen die tijd grotendeels doorverkocht te hebben.’
     Marie schudt heftig haar hoofd. ‘Dat heb je niet gedaan, hè? Ik begrijp je nu toch verkeerd hè?’
     ‘Laat me het hele verhaal vertellen, lieverd. Daarna mag je beslissen of je boos wordt.’
     Marie klemt haar lippen op elkaar. Oswald ratelt zijn verhaal eruit: ‘We zouden ons in eerste instantie op de geurkaarsen richten. Raymond zou het me laten als de container vertrok. Hij zei dat hij de Bill of Lading per post zou sturen. Geen gezeur met bankgaranties en zo. Hij zou de handel Free On Board verzenden.    

     Marie komt weer half overeind. Haar ogen schieten vuur.
     Oswald pulkt zenuwachtig aan het laken. ‘Ik begreep die termen natuurlijk ook niet. Toen nog niet. Dat kwam later. Ik leg ze zo uit. Maar goed, Raymond stelde dus voor om zijn banknummer te mailen. “Niet doen,” had ik toen gezegd, want ik dacht dat straks Tersteeg er nog achter zou komen. “Ik doe liever telefonisch zaken,” zei ik want dat leek me veiliger.’
      Marie legt een beschermende hand op haar buik. Oswald praat snel verder.
     ‘Nou ja, ik begon direct met de verkoop. In mijn vrije tijd liep ik cadeauwinkels af. Daarom was ik zo vaak weg.’ Hij kijkt met een scheef lachje opzij maar Marie kijkt stug naar het plafond.
     ‘Maar de meeste middenstanders zitten helemaal niet te wachten op spul van derden. Toen Raymond meldde dat de kaarsen eraan kwamen, had ik maar tweehonderdzestig van de vijfduizend exemplaren verkocht. Als de container in Rotterdam was, moest ik binnen twee weken de andere helft van het geld overmaken. Shit, Marie, ik ben de benen uit m’n lijf gaan lopen voor die kutkaarsen.’
     Even was Oswald stil, en daarna werd zijn stem ijler.

     ‘Op een dag werd ik gebeld. Het was de expediteur in Rotterdam. Zij zagen op hun schema die container naderen. Hij wilde alles even checken. Om te beginnen had hij de Bill of Lading nodig. Maar ik had dat ding nog niet binnen. Raymond zou het sturen maar ik had nog niks. “Zonder papieren kunnen we de goederen niet aan u meegeven,” zei de expediteur. En hij zei ook: “De goederen zijn Free On Board verzonden, dus u betaalt de transportkosten. Tezamen met invoerrechten, de inklaringskosten en een vergoeding voor het regelen van de vergunning komt dat op een bedrag van 1894 euro en 64 cent. Ik verzoek u dit bedrag contant mee te brengen als u de goederen komt halen.” Hij hing op en ik zat in deep shit, Marie. Ik moest negentienhonderd euro scoren en die Bill of Lading, wat mijn eigendomsbewijs was, boven water krijgen. Ik belde Raymond. Hij beweerde dat de documenten al lang onderweg waren en elk moment bij me in de bus konden vallen.’

     Marie onderbreekt hem. ‘Hartstikke fijn. Dan weet ik nu wat die termen betekenen. Geweldig. Verder wil ik niets meer horen. Je hebt godverdomme de toekomst van ons kindje op het spel gezet.’
      Oswald negeert haar. ‘Die middag had ik een enorme meevaller. Ik liep een cadeauwinkel aan de Spuistraat in. Twee jongens stonden tegen elkaar te kijven. Ze hadden een probleem met een leverancier waardoor ze met een halflege winkel zaten. Ik rook mijn kans: “Goedemiddag heren, Oswald Verhagen van Verhagen Import, “zei ik, “Ik verwacht vrijdag een zending uit Bangkok. Ik kan u op korte termijn een partij geurkaarsen aanbieden. Ik heb wat samples bij me, als ik u kan interesseren?’ Ik hield de doos voor me uit. Vijf minuten later zweefde ik de deur uit, een order voor tweeduizend geurkaarsen, vrijdagmiddag te leveren en cash af te rekenen, in the pocket. Kon niet beter.’

     Oswald ziet dat het gezicht van Marie iets ontspant. Met nieuwe moed gaat hij verder: ‘Het zag er financieel nu goed voor me uit, alleen moest ik de negentienhonderd euro voor de expediteur voorschieten. Toen Moes donderdagochtend zijn hoofd binnen stak voor de dagelijkse groet viel het kwartje.
 “Heb je tijd voor een kopje koffie?” riep ik direct. “Nee bedankt,” antwoordde Moes, maar hij kwam toch binnen. “Kan ik iets voor je doen?” Ik kwam meteen ter zake: “Ik heb morgenochtend negentienhonderd euro nodig. Het is maar voor een halve dag. ‘s Middags betaal ik je terug.” Hij zei: “Kom straks even langs.” Het leek allemaal goed te gaan, kortom.

     Marie sluit haar ogen en schudt langzaam met haar hoofd.
     ‘In mijn lunchpauze liep ik het belhuis binnen. Als een duveltje uit een doosje kwam Moes tevoorschijn met een envelop in zijn hand. Dankbaar dat er geen poespas aan de transactie kleefde, pakte ik de enveloppe aan, maar Moes hield hem nog vast. Het duurde wel twintig seconden voor hij losliet, maar uiteindelijk liep ik wel mooi met de poen naar buiten. Nu was mijn laatste probleem de ontbrekende Bill of Lading. Ik belde Raymond die volhield dat ik de papierwinkel elk moment kon krijgen.’

     Marie verstrakt weer en sneert. ‘Je gaat toch niet bekennen dat we gewoon bestolen zijn hè?’
     ‘Nee. De volgende ochtend vond ik hem in de postbus. Ik verspilde geen tijd aan het bestuderen van het ding maar belde de expediteur dat ik eraan kwam. Tegen half twaalf arriveerde ik. De man ging me voor naar de loods. Hij wees op twee pallets met poppetjes en zei: “Daar staan uw goederen.” Ik antwoordde dat hij zich vergiste omdat ik kaarsen verwachtte. “Is dat zo? Mag ik de Bill of Lading even zien?” Hij plantte zijn vinger op het papier. “Omschrijving artikelen: Popjes, plastic, vijfduizend stuks,” las hij voor. Godverdegodver, Marie, ik stond voor paal. Ik belde meteen Raymond. Hij beweerde dat hij op de voicemail had ingesproken dat de lading gewijzigd was vanwege de poppetjesrage in Thailand. Alles stortte in elkaar. Ik kon geen kaarsen uitleveren, dus ik kon het geld niet aan Moes terugbetalen. En ik moest binnen twee weken nog een paar duizend euro aan Raymond overmaken. Maar ik besefte ook dat hij en ik niets zwart op wit hadden staan. Ons spaargeld was ik misschien even kwijt maar erger hoefde het niet te worden. Ik hoefde die klotenpoppetjes niet te accepteren. De lening van Moes kon ongebruikt retour en Raymond kon naar de tweede betaling fluiten. Ik gaf de Bill of Lading terug aan de expediteur en zei: “Ik heb deze troep niet besteld. U kunt die poppetjes met uw factuur in uw reet steken,” en ik vertrok. Marie, zo voorkwam ik veel erger. En dat was het.’

     Ze zwijgen lang. Oswald probeert Marie over het haar te strijken. Met een ruk trekt ze haar hoofd terug. Dan zegt ze langzaam: ‘Dus als ik het goed begrijp heb je ons spaargeld overgemaakt aan een bedrieger in Thailand en de spullen die je ervoor terugkreeg weggegeven aan een havenarbeider?’
     Oswald denkt na. ‘Maar het had nog veel erger af kunnen lopen. Dat moet je toen ook inzien.’
     ‘Het had nog veel erger af kunnen lopen? Is dat zo? Laat me dit even goed op een rijtje zetten: Je houdt al jaren de boot af als het om een baby gaat omdat we dat niet kunnen betalen. Met kunst en vliegwerk heb ik geld opzij gezet, want laten we wel wezen, ìk ben godbetert degene die gesappeld heeft. Toen ik het geld eindelijk bij elkaar had, heb jij alles stiekem op het spel gezet en verloren. En omdat je alleen maar ons spaargeld verkwanseld hebt en geen schulden bij louche types hebt gemaakt, moet ik je nu dankbaar zijn. Zo is het toch? Nou, echt ontzettend goed Oswald! Fantastisch! Applaus!’

     ‘Rustig alsjeblieft schat,’ Oswald glijdt uit bed om het raam te sluiten. ‘Ik deed het ook voor jou. Voor hetzelfde geld was het goed uitgepakt. Dan waren we nu binnen geweest.’
     ‘Voor hetzelfde geld? Dat lijkt me niet,’ gilt Marie.
     Oswald gaat op het bed zitten. ‘Wat had ik moeten doen?’ Hij kijkt haar smekend aan. ‘ Ik bedoel toen ik er eenmaal in zat? Had ik die poppetjes moeten accepteren? Vijfduizend spuuglelijke krengen met neonhaar en tijgerpakjes? Ik was ze aan de straatstenen niet kwijtgeraakt!’

     Marie springt uit bed en loopt de kamer uit. Even later komt ze terug. In haar hand heeft ze de Sinterklaasspecial van Blokker. Ze smijt het ding op bed. Een poppetje grijnst Oswald tegemoet. Daarnaast staat in wervende letters. ‘Echte Thaise feestpoppen! Nu slechts acht euro per stuk!’ en ‘Maximaal vier per klant!’
     Verdoofd kijkt Oswald omhoog. Marie staat naakt voor hem. Als een hert waarin hij zojuist een speer heeft geboord. ‘Verhagen import,’kokhalst ze. Dan vlucht ze weg. Oswald hoort haar overgeven op het toilet.

Terug